De akkervogels van open landschappen zijn grondbroeders en daardoor extra kwetsbaar voor verstoring en mislukking door landbouwactiviteiten of predatie. De schaarse broedgevallen van kiekendieven of velduil zijn doorgaans kansloos zonder een adequate nestbescherming door onze vrijwilligers. Dat kan een behoorlijk intensieve klus zijn, want aan elke nestbescherming gaan vaak dagen aan speurwerk vooraf om mogelijke broedgevallen te detecteren. Werkgroep Grauwe Gors zet daarom in op speciale zoekdagen (hier doorklikken naar Kiek’n Gors) en vraagt ook alle vrijwilligers om tijdens veldwerk extra alert te zijn. Wanneer een broedgeval wordt vastgesteld worden nesten nauwkeurig opgespoord en op een discrete en veilige manier beschermd. Dat is de beste garantie op een succesvol nest waarbij jongen worden grootgebracht en stilaan een populatie kan worden uitgebouwd. Nestbescherming wordt vaak gecombineerd met onderzoek. Zo verzamelen we bijvoorbeeld braakballen op het nest waaruit we bijleren over de dieetkeuze van soorten.
Bescherming van akkervogels gaat eigenlijk nog een stap verder en begint bij kennisopbouw. Om de exacte behoeften en bedreigingen van akkervogels in hun omgeving te kennen, bestudeert Werkgroep Grauwe Gors de soorten nauwgezet en het jaar rond. Dat leidt vaak tot heel concrete inzichten die met maatwerk kunnen worden aangepakt. In welke gewassen zijn nesten het meest kwetsbaar, wanneer krijgen akkervogels hun honger niet gestild, welke maatregelen helpen een soort en welke niet? In 2017 maakte de Werkgroep zo’n jaarrond analyse over de grauwe gors (link naar Oriolus-Artikel).