19 juni 2017
Recent onderzoek bracht aan het licht dat één van onze meest iconische akkervogels op het randje van uitsterven staat: de Grauwe gors. De voorbije 15 jaar slonk hun aantal met 95%. Uit veldwerk van de Werkgroep Grauwe gors en Natuurpunt blijkt dat de soort nog maar op vier plaatsen in Vlaanderen voorkomt. Een soortbeschermingsplan wordt onafwendbaar om te vermijden dat de onfortuinlijke akkervogel verdwijnt uit Vlaanderen.
De Grauwe gors is een buitenbeentje in het akkerland. Een uit de kluiten gewassen zangvogel, die stevige zaden naar binnen kan werken. Zijn nest maakt hij op de grond in de akkers, waar hij zijn jongen voedt met rupsen en spinnetjes die hij in de omgeving vindt.
Vroeger was hij een algemene verschijning, maar in 2003 telde de Vlaamse broedvogelatlas nog maar 850 broedparen. De achteruitgang ging snel: nog voor de broedvogelatlas gepubliceerd werd, bleek de integrale West-Vlaamse populatie al verdwenen. Vrijwilligerswerkgroep ‘Grauwe gors’ besloot daarop om de populatie, samen met Natuurpunt, nauwgezet op te volgen. In 2008 bleven er nog maar 250 koppels over in de leemstreek tussen Leuven en Maastricht.
Vanaf 2009 startte de Vlaamse Overheid met beheerovereenkomsten voor akkervogels. Met subsidies namen landbouwers in honderden hectaren akkers maatregelen om de akkervogels er weer bovenop te helpen. Toch bleef de achteruitgang doorgaan: traditionele overwinteringsplekken liepen leeg en op de randen van het verspreidingsgebied waren jaar na jaar minder zangposten. Sinds vorig jaar zijn de resultaten ronduit dramatisch: vorig jaar telden vrijwilligers amper 82 broedkoppels, een laatste telling vorig weekend kwam uit op amper 45 broedparen.
Vlaams akkervogelbeleid moet maatwerk worden
Tien
jaar geleden piekte de interesse voor akkervogels bij overheden. De
Vlaamse Landmaatschappij (VLM) startte een ambitieus programma dat
landbouwers vergoedt wanneer ze vrijwillig beheerovereenkomsten voor
akkervogels nemen op hun velden. Zo werden graanveldjes aangelegd die
niet geoogst worden en op die manier het tekort aan wintervoedsel
opvangen.
Een goede winterconditie is belangrijk voor de Grauwe gors, maar een succesvolle voortplanting is nog crucialer. En daar knelt het schoentje: de grasstroken die aangelegd werden in het programma liggen versnipperd in het landschap en zijn niet op maat gemaakt van de Grauwe gors. Zonder veilige broedplaatsen en een overvloed aan insecten kunnen jonge vogels niet grootgebracht worden. De Grauwe gors plant zich niet meer voort.
Evaluatie is nodig
Het
is positief dat de overheid instrumenten heeft voor akkervogels, maar er
zou tegelijk onderzocht moeten worden of ze wel naar behoren werken. Zo
kan tijdig bijgestuurd worden indien nodig. Dat gebeurt momenteel niet
en zo zijn de maatregelen en de inspanningen van landbouwers mogelijk
een maat voor niets.
De beheerovereenkomsten van de afgelopen jaren hebben de vrije val van akkervogels niet kunnen tegenhouden, ze hebben het hooguit vertraagd. Ondertussen is de Grauwe gors wel in de afdeling intensieve zorgen beland. Soorten als Patrijs en Veldleeuwerik zitten in de wachtkamer.
Werkgroep Grauwe gors en Natuurpunt zien in de alarmerende cijfers over Grauwe gors het signaal om agrarisch natuurbeheer te hervormen naar maatwerk, op basis van concrete noden en zorgen van akkervogels en rekening houdend met een landbouw in verandering. Wil Vlaanderen zijn boerenlandnatuur koesteren, dan kan een soortbeschermingsplan voor de Grauwe gors niet langer uitblijven.
Tekst: Remar Erens, Werkgroep Grauwe gors & Iwan Lewylle, Natuurpunt Studie
Foto: Werkgroep Grauwe gors
Video: VTM nieuws ging mee op zoek naar de laatste Grauwe gorzen