Deze grijsbruin gestreepte Gors lijkt op het eerste zicht een saai gekleurd vogeltje waar je weinig spektakel van mag verwachten. En toch… neem even de tijd om deze tamelijk ‘zware’ vogel van naderbij te bekijken. Naast de stierenek valt de bek met tand onmiddellijk op. Het gaat om een knik in de snavel die ze nodig hebben om zaden te breken. Zaden van akkerkruiden, granen en insecten vormen het menu. Jongen worden eerder grootgebracht met insecten, voornamelijk rupsen. In de winter voedt de soort zich ook met granen. Vaak zijn dit dan oogstresten. De ‘stoere’ bouw maakt het beeld van deze vogel van zo’n kleine 20 centimeter groot, af. Ze hebben een kenmerkende, rinkelende zang die ook wel de ‘ratelende sleutelbos’ wordt genoemd. Het geluid kan je inderdaad vergelijken als een metalig klinkend ‘tsriit’ of een tikkend ‘bit-bit’.
Hun nest wordt op de grond gebouwd. Gemiddeld leggen vrouwtjes vier eieren die in 12-14 dagen worden uitgebroud. In ongeveer evenveel tijd vliegen de jongen uit. Eén of twee legsels lijken gangbaar.
Van origine is de Grauwe Gors een steppesoort, maar hij komt al enkele eeuwen voor in het landbouwgebied in zowat heel Europa. In West – Europa blijken Grauwe Gorzen eerder sedentair te zijn. Pas bij een gebrek aan voedsel vertoont de soort zwerfgedrag. In het oosten van Europa vertoont de soort echter jaarlijks trekgedrag over meerdere tientallen tot honderden kilometers. In de winter vormen zich steevast (grote) groepen, ook de trek gebeurt in enorme zwermen.
Europa beslaat 50 tot 74 % van het wereldwijde verspreidingsgebied. Terwijl de soort nog bijzonder algemeen is in delen van Zuid-Europa, doet de soort het in Noordwest-Europa bar slecht.
In Vlaanderen kenden de voorbije decennia weinig zangvogels zulk een drastische achteruitgang als de Grauwe Gors. Telde de populatie in 2008 nog 250 broedparen, dan bleven er in 2018 nog 40 over. Wat overblijft is slechts 5 % van de populatie uit 2000-2002. Door teeltwijzigingen en de gestage intensivering van de akkerbouw is het broedgebied van Grauwe Gors dermate gedegradeerd dat hij op cruciale momenten op acute voedselschaarste botst, inboet aan conditie en verliezen oploopt omdat onvoldoende veilige broedplaatsen voorhanden zijn.
Als een kanarie in de koolmijn kondigt de verdwijning in het landschap slechte tijden aan, ook voor de rest van de akkervogelgemeenschap.
Werkgroep Grauwe Gors en hun vele vrijwilligers klopten vele uren veldwerk af om de aantalsevolutie van de iconische Grauwe Gors nauwgezet te documenteren en hun leefwijze te doorgronden. De voorbije 12 jaar werd er heel wat beschermwerk en onderzoek verricht.