Online verschenen op: www.naturetoday.com

Het concept Vogelakker is speciaal ontworpen als foerageergebied voor Grauwe Kiekendieven. Tegelijk is een Vogelakker een goedkopere maatregel dan gangbaar agrarisch natuurbeheer. In een publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Ibis is beschreven hoe Grauwe Kiekendieven in Vogelakkers effectief voedsel kunnen vinden.

De populatie Grauwe Kiekendieven telt in Nederland ongeveer veertig broedparen, waarvan de meeste in de grootschalige akkerbouwgebieden van Oost-Groningen broeden. Kiekendieven broeden op de grond, daarom moeten de nesten worden beschermd tegen predatie en oogstwerkzaamheden. Maar net als bij andere boerenlandvogels is ook voedselgebrek een van de knelpunten voor het broedsucces. Vogelakkers helpen dat knelpunt op te lossen doordat ze voorzien in de voornaamste prooisoort van de kiekendief, de Veldmuis.

Paradox
Hoewel in gangbare beheermaatregelen zoals natuurbraak en faunaranden de dichtheden aan Veldmuizen beduidend hoger liggen dan in andere habitats, blijken Grauwe Kiekendieven er nauwelijks te jagen. Daarentegen jagen ze veel op pasgemaaide luzerne of gras, waar veel minder Veldmuizen aanwezig zijn. Dat lijkt tegenstrijdig, maar waarschijnlijk zijn de muizen in natuurbraak moeilijk te vangen door de hoge vegetatie. Op een Vogelakker worden twee vereisten gecombineerd: aan de ene kant wordt het aantal prooien vergroot, en aan de andere kant worden de prooien makkelijk bereikbaar gemaakt.

Onderzoek
Een Vogelakker bestaat uit een afwisseling van stroken natuurbraak (een ingezaaid mengsel van gras, kruiden en granen) en stroken luzerne (een gangbaar meerjarig eiwitgewas). In de natuurbraakstroken krijgen Veldmuizen de kans om een populatie te ontwikkelen. De luzernestroken worden als regulier gewas drie keer per jaar geoogst, waardoor de Veldmuizen makkelijk te vangen zijn. In de periode 2011-2013 zijn op twee proefvelden van 20 hectare Vogelakkers aangelegd, en is onderzocht hoe Grauwe Kiekendieven die benutten. Tegelijkertijd werden, met hulp van vrijwilligers en studenten,  prooidichtheden op de Vogelakkers en in andere gewassen gemonitord. Het jaaggedrag van Grauwe Kiekendieven werd vastgelegd door middel van GPS-loggers.

GPS-tracks van een mannetje Grauwe Kiekendief, jagend op Vogelakker, de drie dagen na het oogsten van de luzerne (kaart: Almut Schlaich)
(Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief / Google Earth)

Effectief én efficiënt
De resultaten laten zien dat de Grauwe Kiekendieven inderdaad jagen op de Vogelakkers, en dat ze er vaker komen als de luzerne geoogst wordt. Ze volgen daarbij vooral de gemaaide stroken, wat toont dat de bereikbaarheid van voedsel belangrijker is dan de dichtheid aan prooien alleen. Hoewel in natuurbraak meer Veldmuizen zitten, is de meerwaarde van de stroken luzerne binnen de Vogelakkers dat de Grauwe Kiekendieven daar succesvoller kunnen jagen.

Mannetje Grauwe Kiekendief met GPS-logger die zijn vlieggedrag nauwkeurig vastlegt
(foto: Ben Koks)

Bijkomend voordeel van Vogelakkers is dat ze stukken goedkoper zijn dan gangbare beheermaatregelen zoals faunaranden en natuurbraak, doordat het luzernegewas gewoon door een groenvoederdrogerij geoogst en verwerkt wordt. Met andere woorden: met eenzelfde budget kunnen meer hectares aan Vogelakkers aangelegd worden. Je hoeft geen visionair te zijn om te zien aankomen dat in de nabije toekomst vragen zullen worden gesteld over de prijs-kwaliteitverhouding van agrarisch natuurbeheer.

Vogelakker in het landbouwbeleid
2014 stond politiek in het teken van het vastleggen van een nieuwe zesjarige periode van het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid. Een veelbesproken onderdeel van dat beleid was de zogeheten “Vergroening”, die verplicht zou worden gesteld als tegenprestatie voor de inkomenssteun aan agrariërs. In de huidige regels kan de “Vergroening” worden ingevuld door groenbemesters in te zaaien, een maatregel waarvan weinig ecologisch effect hoeft te worden verwacht. Maar er gloort hoop aan de horizon, want een van de belangrijke besluiten van oud-staatssecretaris Dijksma was dat een akkerbouwer zijn vergroeningsopgave ook kan invullen door een bepaalde oppervlakte aan Vogelakkers op zijn bedrijf aan te leggen. Van deze maatregel is het effect nu wetenschappelijk beschreven in Ibis. Het is voor het eerst in 40 jaar agrarisch natuurbeheer dat een maatregel is getest vóórdat het in het natuurbeleid werd opgenomen.

De Vogelakker is een interessant concept voor meer dan alleen de Grauwe Kiekendief. In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken is daarom dit jaar een demoproject gestart, waarin de betekenis voor insecten, bodemleven, Veldleeuweriken en overwinterende akkervogels, maar ook de landbouwkundige inpasbaarheid wordt onderzocht. Het demoproject wordt uitgevoerd door Vogelbescherming Nederland, het Louis Bolk Instituut en Werkgroep Grauwe Kiekendief. We verwachten dat er in 2016 in verschillende akkergebieden nog zo’n 300 ha Vogelakkers bij zullen komen. De Grauwe Kiekendieven hebben ons op dit pad gebracht, en hebben laten zien dat we op de goede weg zitten.

Tekst: Almut Schlaich & Oike Vlaanderen, Werkgroep Grauwe Kiekendief
Foto’s: Ben Koks
Kaart: Almut Schlaich